Wat is het Keltisch Jaarwiel?

Alles stroomt (Panta rhei). Alles is in beweging en verandering. Alles wat bestaat is in een proces van worden, vergaan en transformeren (Heraclitus). Alles is een dynamisch spel van tegenstellingen (warm/koud, licht-donker, leven/dood). Als je dit verbindt met embodiment (belichaming) dan zie je dat ook je lichaam altijd in beweging is: ademhaling, hartslag, spanningen komen en gaan, je stemmingen golven heen en weer en de levensfasen wisselen met elkaar af. Je ervaart veranderingen in jezelf, in plaats van het alleen te bedenken. In het Keltisch Wiel kun je dit verankeren: Imbolc (het vroege voorjaar) voel je als een kiem in je buik, Beltane (het vroege begin van de zomer) als vuur in je borst en Samhain (het vroege begin van de donkere tijd van het jaar) als stilte in je botten. Zo worden Panta rhei en het Wiel samen een wegwijzer om belichaamd te leven: met de stroom mee, met het ritme van het leven en met respect voor licht én schaduw. Het Keltisch Jaarwiel is een cyclisch levens- en natuurritme dat zijn oorsprong vindt in de oude Keltische tradities van Europa. Het beschrijft een levensloop aan de hand van de seizoenen, waarbij natuurveranderingen worden gezien als spiegels van innerlijke processen. Het jaar wordt opgedeeld in acht jaarfeesten, die elk een eigen energetische kwaliteit en psychologische betekenis hebben. Het Keltisch wiel nodigt uit tot leven met de seizoenen.

Waarom het Wiel werkt in therapie?

  • Het herkent terugkerende levenscycli zoals rouw, groei, verlangen, crisis, integratie.

  • Het biedt symbolische taal voor processen waar mensen vaak geen woorden voor hebben.

  • Het helpt cliënten voelen dat geen fase 'fout' is – elk seizoen heeft betekenis.

  • Het nodigt uit tot embodiment (belichaming) en seizoensritme: hoe voel jij de herfst in je lijf?

Het Keltisch wiel bestaat uit:

  • Vier zonnefeesten: Lente-evening, Zomerzonnewende, Herfst-evening en Winterzonnewende

  • Vier maanfeesten (Keltische jaarfeesten): Imbolc, Beltane, Lughnasadh en Samhain

Deze acht punten vormen samen een spiraalbeweging, geen rechte lijn. In het Wiel bewegen we cyclisch door transformatie, net zoals de natuur elk jaar weer sterft en opnieuw geboren wordt. Het Keltisch Wiel wordt vaak gebruikt als persoonlijk ontwikkelmodel:

In de winter waar het donker en koud is, waar je je terug trekt en door bijvoorbeeld de sinterklaasfeest en de kersfeest tot bezinning komt speelt het thema rouw, stilte en wortels (wie ben ik? waar kom ik vandaan?). In de lente komt al het leven tot ontwaken. Er is hoop en speelsheid. In de zomer staat alles vol in bloei en groei. Alles staat in zijn kracht en wil gezien worden. Er is volheid en expressie. In de herfst vindt de oogst plaats, het is een tijd van oogsten en loslaten. Thema's die hier spelen zijn dankbaarheid, verlies en acceptatie.

De acht overgangen in het wiel

  1. Lente-evening (Ostara, 21 maart)Balans en groei
    Jezelf weer in de wereld zetten, keuzes maken, open bloeie

    Verlangen naar zichtbaarheid en verbinding, innerlijk kind komt tot leven.

  2. Beltane (1 mei)Vuur, liefde, leven vieren
    Creativiteit, levenslust, seksualiteit, eenwording, ontmoeting.
    De beweging naar buiten, het leven voelen stromen.

  3. Zomerzonnewende (Litha, 21 juni)Hoogtepunt van kracht
    Volle zichtbaarheid, uitstraling, vervulling, maar ook het zaad van terugtrekking.
    Zelfvertrouwen, maar ook de eerste vermoeidheid kan hier voelbaar worden.

  4. Lughnasadh (1 augustus)Oogsten en eerlijk kijken
    Wat heb je gezaaid? Wat neem je mee, wat laat je los? Dankbaarheid én oordeel.
    Eerlijkheid, confrontatie met teleurstelling of trots.

  5. Herfst-evening (Mabon, 21 september)Balans en loslaten
    Terugkeer naar binnen, verwerken van het jaar, loslaten wat niet meer dient.
    Inkeer, rouw, bewust loslaten van oude rollen of maskers.

  6. Samhain (31 oktober)Het einde en het begin
    De poort van het donker, van loslaten, de dood, stilte, voorouderlijk contact. Innerlijk sterven en reflectie.
    Symbolisch: het sterven van het oude zelf, confrontatie met schaduw en eenzaamheid.

  7. Winterzonnewende (Yule, 21 december)Het diepste donker en het eerste licht
    Terugtrekking, innerlijke stilte, kiemkracht. De vonk van nieuw bewustzijn ontwaakt.
    Stilstand, overgave, intuïtieve wijsheid begint zich te roeren.

  8. Imbolc (1 februari)De eerste beweging
    Innerlijke inspiratie, het ontwaken van hoop, het zaaien van intentie.
    Voorzichtig verlangen naar verbinding, richting en licht.

Deze jaarfeesten kunnen ook op de windrichtingen gezet. Op Noord - Oost - West en Zuid met hierbij ook de vier tussenwindrichtingen. Omdat het leven begint bij Ostara, staat Ostara op Oost. Het Oosten is de windrichting van de zonsopgang, symbool voor nieuw leven en hoop, van de lente, van de geboorte. De ochtendwind is fris en zuiverend. Het is de poort naar de wereld, het ontwaken van bewustzijn. Het Oosten staat voor inzicht, helderheid en het vermogen om een groter perspectief te zien. Oosten staat voor het kind-zijn: spontaniteit, openheid en verwondering. Het staat voor verlangen en hoop: het verlangen naar licht, toekomst en mogelijkheden. In de landbouwsymboliek hoort het Oosten bij het zaaien - het planten van intenties. In de therapie staat Oost dan voor de eerste stappen zetten, ontwaken uit een moeilijke periode, inspiratie hervinden na een depressieve tijd, contact maken met het innerlijk kind en het leren ademen in plaats van vasthouden.

Inheemse bomen en struiken zijn krachtige dragers van symboliek en zijn diep verbonden met de seizoenen, de elementen en menselijke innerlijke processen. Binnen het Keltisch Jaarwiel kunnen zij als symbolische spiegels dienen voor de processen van het leven: geboorte, groei, bloei, verval, sterven en hergeboorte. Ze kunnen het innerlijk werk belichamen en verdiepen, en helpen om emoties, inzichten en overgangen in het wiel te verankeren in de natuur en in het lichaam. Bijpassende bomen en struiken die qua symboliek bij het Oosten horen zijn bijvoorbeeld de Berk (nieuw begin, bescherming en vrouwelijke energie) en de Meidoorn (het openen, prille liefde).

Ook kan hier de chakra's aan worden verbonden om meer inzicht te krijgen. Hier wil ik je verwijzen naar het mooie boek van Anodea Judith: Handboek chakrapsychologie. De chakra die bij het Oosten past is de eerste chakra, de wortelchakra. Het ligt aan de basis (het stuitje) van de wervelkolom. Thema's van deze chakra is gronding, overleving, veiligheid, belichaming en instinct. Ostara markeert de lichamelijke terugkeer naar de Aarde; de vorst verdwijnt, wortels beginnen echt te groeien, het leven verknoopt zich met de materie. Je voelt je letterlijk weer de Aarde onder je voeten - een terugkeer in je lichaam na de innerlijke winterslaap. In deze periode mogen we onszelf opnieuw verankeren in het leven, letterlijk en figuurlijk opnieuw wortel gaan schieten.

Bij Imbolc (februati) voelen we de eerste fluistering van het nieuwe leven (sacraalchakra - verlangen). Bij Ostara komt dat leven in het lichaam - in de wortels, benen, basis. Daarna, richting Beltane, stijgt de energie op naar het tweede en derde chakra.